Wie op zoek is naar een goed basisrecept om desembrood te bakken, kan met dit recept zeker uit de voeten. De combinatie van tarwebloem, water, zout en tijd geeft een witbrood met karakter. Lekker met boter en hagelslag of gewoon met een beetje olijfolie en zeezout.

De oplettende lezer vraagt zich misschien af waarom er ook nog gist wordt toegevoegd aan een recept voor desembrood? Dat zit zo. De kans is groot dat je thuis niet de ideale omstandigheden hebt om met puur desem te werken. Bovendien moet je met alleen desem wel héél lang wachten tot het deeg genoeg is gerezen. Daar wordt het bakken niet per se leuker van. Met een minimale hoeveelheid gist geef je het deeg een kleine kickstart voor het rijsproces zonder daarmee de voordelen van desem te verliezen.

Sommige bakkers spreken van desembrood, anderen hebben het over zuurdesembrood. Wat is het verschil? Daar kunnen we kort over zijn: dat is er niet. Desem en zuurdesem zijn precies hetzelfde. Wij geven echter de voorkeur aan de term desem, omdat ‘zuurdesem’ een verkeerde indruk geeft. Desembrood is namelijk niet per definitie zuur.

Sterker nog, de meeste desembroden zijn niet zuur. Heb je ooit een zure Franse baguette geproefd? De smaak is afhankelijk van het graan dat je gebruikt. Bak je desembrood met tarwe, dan is van een zure smaak geen sprake. Rogge daarentegen kan wel een klein zuurtje geven. Niet voor niets staat Duits brood bij velen bekend als ‘zuur’ brood: Duitse bakkers zijn dol op rogge.

Op zoek naar nog meer recepten voor desembrood? In Robèrts boeken Meesterlijk brood, Meer Meesterlijk brood en BROOD vind je nog veel meer recepten voor (desem)brood.

Ben je een gevorderde thuisbakker en wil je aan de slag met de recepten die Robèrt ontwikkelde voor zijn Meester Boulanger-examen? Kies dan voor zijn receptenbundel Brood beweegt, exclusief verkrijgbaar in onze webshop.