Vol-au-vents zijn holle bakjes van bladerdeeg. Ze zijn er in diverse soorten en hebben soms ook een andere naam. De bakjes komen voor in de eetculturen van diverse landen, maar de oorsprong ligt waarschijnlijk in Frankrijk.

Vol-au-vent, pasteitje, koninginnehapje, vidé en bouchée: allemaal namen voor een soortgelijk product, namelijk een bladerdeegbakje. Dit wordt meestal warm geserveerd en gevuld met bijvoorbeeld een ragout. De naam betekent letterlijk ‘windgeblazen’ in het Frans, wat aangeeft dat het een luchtig bakje is. De uitvinder van bladerdeeg is naar verluidt Marie-Antoine Carême, een Franse chef-kok. Hij experimenteerde rond het begin van de 19^de eeuw met deeg en ontdekte zo het bladerdeeg, waar men vervolgens pasteitjes mee ging bakken.

Met de vulling van vol-au-vents kun je naar hartenlust variëren. Een klassiek recept bevat bijvoorbeeld kip en paddenstoelen in een roux. Ook kalfsvleesragout komt vaak voor als vulling van een pasteitje. Maar eigenlijk is alles mogelijk: van koud tot warm, van vlees tot vegetarisch.

Op zoek naar meer inspiratie met bladerdeeg? In Meesterlijk 31 vind je ook nog een recept voor bladerdeegpasteitjes met garnalenragout. Op ons platform vind je bovendien een recept voor gevulde kaashoorntjes; een heerlijk borrelhapje.