Of je ze nu maakt in alle kleuren van de regenboog, met frambozenvulling of een hele eigen versie: met macarons kun je alle kanten op. Wél hebben ze het imago dat ze lastig te maken zijn of snel mislukken. Wil je dat voorkomen? Robèrt deelt zes tips om macarons te maken.

Macarons zijn er in talloze kleuren: van neutrale pasteltinten tot felgekleurd zoals deze regenboogmacarons. Er zijn verschillende manieren om een macaron te kleuren, denk aan kleurenpoeders, -pasta’s en -vloeistoffen. Robèrt gebruikt het liefst poeder of pasta. ‘Die is vaak veel sterker van kleur waardoor je er minder van nodig hebt. Met een vloeibare kleurstof bestaat de kans dat je te veel moet toevoegen, waardoor je het recept verandert.’

Het maken van macarons is een secuur werkje. Zowel bij het koken van de suiker als bij het bakken in de oven moet je de temperatuur nauwgezet in de gaten houden. Het suikerwater moet tot precies 120 °C koken. Hoe lang de macarons in de oven moeten, hangt af van het formaat. Een tip van Robèrt: macarons van gemiddelde grootte bak je minimaal 10 minuten op 170 °C. Voor de perfecte chewy binnenkant bak je ze langer en op een lage temperatuur (145 °C). Kun je de macaron makkelijk van het bakpapier halen? Dan is hij goed gaar.

Het mengen van de amandelpasta met de meringue, waarbij je lucht uit de mix spatelt, wordt ook wel macaroneren of de macaronage genoemd. Een van de meest gemaakte fouten bij macaroneren is dat mensen te voorzichtig spatelen als ze het beslag mengen. Robert: ‘Je moet juist goed met de spatel over de bodem van de kom gaan en met horizontale bewegingen de luchtbellen een beetje kapotslaan. Dus níét met grote halen lucht in het beslag brengen.’ Het beslag is goed als het langzaam van de spatel druipt en glanst.

Om de macarons gelijkmatig te bakken, is het belangrijk dat je ze allemaal even groot maakt. Robèrt: ‘Trek de spuitzak niet omhoog. Je moet het beslag opspuiten, dan stoppen met knijpen en de zak wegtrekken.’ Maak het jezelf makkelijk en teken met bijvoorbeeld een klein glas rondjes op het bakpapier waar je het mengsel op spuit. Wil je jouw macarons transformeren tot gebakjes? Maak de cirkels dan groter.

Een tip die vaak wordt gegeven is dat macarons lang genoeg moeten drogen voordat ze in de oven gaan. Zo komt er een velletje op het beslag en krijgen de koekjes een ‘voetje’. Onzin, als je het Robèrt vraagt. Hij gaat de macarons altijd direct bakken zonder ze te drogen. ‘En geloof me, mijn macarons hebben geen scheuren en altijd een voetje! Door de hitte van de oven komen de macarons toch wel los van de bakplaat. Mits je ze heet genoeg bakt.’

Wil je het maximale uit de smaak halen? ‘Zet de koekjes dan een nacht in de koelkast’, aldus Robèrt. ‘Daar krijgen ze hun fijne, taai-achtige bite van.’ Afdekken is niet nodig. Daarna vul je de macarons en kun je ze een paar dagen in de koelkast bewaren. Daar rijpt de smaak, wat ze nóg lekkerder maakt. Je kunt ze ook invriezen.

Heb je geen tijd om zelf te bakken of wil je een mooi cadeau aan iemand geven? Bestel dan de macarons van Robèrt via onze webshop.