Kanelbullar zijn een echte klassieker voor bij de fika, de Zweedse variant van koffie met iets lekkers. De Zweden zijn er zo dol op dat ze er zelfs een speciale feestdag voor in het leven hebben geroepen. Als je dit recept hebt gemaakt, begrijp je waarom.

Als je ooit in Zweden bent geweest, ken je de fika ongetwijfeld. Dit typisch Zweedse fenomeen is een soort koffiepauze met iets lekkers erbij. Traditiegetrouw hoort daar een kanelbulle bij (meervoud: kanelbullar). Vaak gebeurt dit om 10.00 uur en 15.00 uur tijdens een werkdag, om het werk even te onderbreken. Dit zou de productiviteit bevorderen en werkstress tegengaan.  

Waar we in Nederland op 4 oktober Dierendag vieren, doen ze dat in Zweden met kaneelbroodjes. In 1999 ontstond de Kanelbullens Dag en sindsdien is het een jaarlijkse traditie. De initiatiefnemer was Kaeth Gardestedt, een dame die werkte voor de vereniging van gist-, meel-, suiker- en margarinefabrikanten.

Heb je een paar kanelbullar over? Gooi ze dan zeker niet weg. Als je ze in dunne plakken snijdt en die een paar minuten laat ‘drogen’ in de oven op 180 °C, krijg je superlekkere kaneelkoekjes.

Voor de televisieserie Brood van Omroep MAX ging Robèrt op ontdekkingsreis door Europa. Hij ontdekte diverse verhalen, geheimen en achtergronden van brood in zes Europese landen. In het gelijknamige boek deelt hij zijn ervaringen en recepten.