Charlotte-russe met frambozen

Klop de eiwitten los en luchtig in de keukenmachine; zorg voor volledig vetvrije materialen. Voeg de suiker toe en klop de eiwitten nu volledig luchtig en stijf.

Klop de eidooiers los en spatel met de hand in één keer door de opgeklopte eiwitten.

Zeef het custardpoeder en de bloem boven de kom en spatel alles in één keer tot een homogeen beslag.

Doe het beslag in de spuitzak. Spuit op de ene helft van de bakplaat, liefst aan één stuk, een lange ‘zigzagbaan’ met het lepelbiscuit; houd de getekende lijnen aan als leidraad. Spuit op de andere helft 2 cirkels van 10 cm Ø. Bestrooi alles met fijne kristalsuiker.

Bak het biscuit in ca. 10-12 minuten gaar in de oven.

Trek het biscuit direct na het bakken met bakpapier en al van de bakplaat om te voorkomen dat hij door droogt. Dek het biscuit af met een tweede vel bakpapier en draai om op de werkbank. Trek het bovenste bakpapier voorzichtig weg en laat het biscuit volledig afkoelen.

Klop de slagroom lobbig (yoghurtdikte) met 20 g suiker. Breng op smaak met een scheut frambozenlikeur. Zet koel weg tot gebruik.

Maak een papje van 30 g suiker, het custardpoeder en een scheut melk.

Snijd het vanillestokje open en schraap het merg eruit. Voeg zowel het vanillemerg als het -stokje toe aan de resterende melk en breng aan de kook.

Neem de pan van het vuur en voeg een kleine hoeveelheid melk toe aan het custardpapje. Roer goed door en voeg al roerende de rest van de melk toe.

Giet alles terug in de pan, plaats de pan weer op het vuur en laat de room al roerende een paar minuten doorkoken.

Giet de room uit op een plaatje, dek af met plasticfolie en laat afkoelen.

Verwijder het vanillestokje uit de banketbakkersroom.

Klop de banketbakkersroom met de bisschop los in de keukenmachine.

Verwarm de gelatine met een beetje aanhangend water om hem op te lossen en giet bij de banketbakkersroom terwijl de machine rustig blijft draaien.

Spatel rustig de lobbige frambozenroom erdoorheen; als alles gemengd is, is het goed. Proef of er eventueel nog een scheut frambozenlikeur bij moet en zet koel weg tot gebruik.

Snijd de baan van lepelbiscuit met de pizzasnijder horizontaal doormidden.

Zet de ring van 15 cm Ø op een taartkarton en bekleed de binnenkant met banderolplastic. Bekleed de zijkanten van de ring met de zigzagbaan van lepelbiscuit, met de snijkant naar onder en de gebakken kant naar buiten.

Tip: je bereikt een strak resultaat als de baan iets op spanning staan, dus eigenlijk moet hij nét iets te lang zijn.

Leg één van de biscuitcirkels onderin de ring als bodem, met de gebakken kant naar onderen.

Vul de vorm tot ongeveer halverwege met de frambozenroom. Verdeel er royaal verse frambozen over en vul de vorm dan bijna af met de rest van de frambozenroom; strijk glad af.

Besmeer de tweede biscuitcirkel royaal met frambozenconfiture en leg met de besmeerde kant naar boven op de frambozenroom; druk zachtjes aan.

Decoreer de taart met frambozen: maak eerst een strakke rand door ze netjes naast elkaar te plaatsen en leg daarna het midden royaal vol.

Bestuif de zijkanten van de charlotte met poedersuiker. Maak af met frisse rasp van limoen en atsinacress. Laat opstijven in de koelkast.

Los de charlotte uit de vorm en presenteer met een mooi lint eromheen.