Nostalgisch, maar ook tijdloos: zo zou je de appelbol best kunnen omschrijven. Je komt ’m vaak tegen met predicaten als ‘oud-Hollands’ of ‘grootmoeders appelbol’, maar hij blijft alom geliefd. En niet alleen in Nederland: ook onze zuiderburen eten graag appelbollen. Vooral op verloren maandag, de eerste maandag na Driekoningen, vergrijpen Antwerpenaren zich graag aan appelbollen. In Nederland staan ze rond de jaarwisseling veel op het menu, naast de oliebollen, berlinerbollen en appelbeignets. En wat zijn ze leuk om te maken!
Appelbollen bakken begint bij de keuze voor de appels. Niet alle appels zijn geschikt. Moesappels worden bijvoorbeeld te zacht, waardoor het bladerdeeg te vochtig en daardoor niet goed gaar wordt. Kies bij voorkeur voor een niet te kleine, stevige appel. Onze voorkeur gaat uit naar de jonagold: stevig, sappig en zoet met een fijn zuurtje. Maar goudrenet of elstar zijn ook prima opties. Die laatste is een echte Hollandse appel: hij is in de jaren vijftig ontwikkeld door Arie Schaap uit Elst. Hij noemde zijn appel Elstarie, maar dat werd al gauw verbasterd tot elstar. Inmiddels is het de meest geteelde appel in Nederland: ruim 40% van alle appelbomen levert elstar.
Het tweede belangrijke element voor een geslaagde appelbol: een mooi goudbruin gebakken jasje. Daarvoor is het zaak het bladerdeeg niet te dik uit te rollen, zo’n 2 mm dikte is mooi. Snijd het vervolgens in vierkantjes van zodanig formaat dat je de appels er nét in kunt verpakken. Bij het inpakken van de appels breng je immers de vier punten bladerdeeg bij elkaar, wat bij te grote plakjes resulteert in een dikke sluiting – bakt niet mooi, eet niet lekker. Tip: niet te veel treuzelen, anders droogt het bladerdeeg uit en heb je kans op scheuren. Door de appelbollen voor het bakken door de suiker te rollen, krijg je die extra krokante, licht gekaramelliseerde bite.
De klassieke appelbolvulling bestaat uit kaneelsuiker en amandelspijs. Die laatste kun je eenvoudig zelf maken van gelijke delen amandelen en suiker en een beetje eiwit. Als je de spijs toch zelf maakt, kun je ook gemakkelijk variëren met andere noten, zoals pistaches of hazelnoten. Voeg ook eens een lepel confiture, stukjes noten, (rum)rozijnen of andere gedroogde vruchtjes toe. Of vul de appelbollen met amarenakersen; een geweldige combinatie met amandelspijs.